My cup of tea? What's in it for me!

Klik hier om te vergroten...

1,65 x 2,05 m (hxb)

Het schilderen is er wat bij in geschoten de laatste weken en ik slaak een zucht van verlichting als ik deze zondagochtend de schuifdeur opendoe van m’n atelier. Prachtig licht, heerlijke geur en dan die stilte. ‘De mol’ ligt uitgestrekt in het midden van de ruimte en nodigt uit om lekker aan verder te werken. Ik kies de benodigde verfkleuren, vul m’n waterbeker, pak de gewenste kwasten en begin te schilderen. Het gaat voorspoedig vandaag.

Na het middaguur gaat de telefoon. Iemand uit de keuken van het bedrijf vraagt of ik nog even wat fruitspiesjes voor de reserveringen kan maken. Ik weet dat ze alleen in uiterste gevallen van nood een beroep op me doen op m’n vrije dagen, dus ik zet m’n penselen in het water en ga richting bedrijfskeuken. De overgang van m’n stille atelier naar de hectiek van de keuken is groot. De tent zit vol, veel reserveringen, veel passanten en veel hardwerkende medewerkers, die door de drukte net niet toekomen aan het voltooien van de nodige voorbereidingen.

Ik besluit me in een hoekje van de keuken terug te trekken om m’n ding te doen; vijfendertig fruitspiesjes maken. Bij het zien van de strakke, geconcentreerde gezichten van de medewerkers om me heen en het prikken van de vijfendertig aardbeien, zeventig stukjes meloen, zeventig stukjes kiwi en zeventig blauwe druiven dwalen m’n gedachten af. Waarom doet partnerlief zo laat een beroep op me, dat ie in tijdnood komt ziet ie toch wel eerder aankomen? Nu sta ik met regelmaat anderen in de weg en moet ik er tegen werken om dit klusje te klaren in de beschikbare tijd.

Als alle stukjes fruit, met de nodige onderbrekingen, uiteindelijk hun nieuwe plaats hebben ingenomen en sommige fruitspiesjes al onder m’n handen worden weg geroofd, stroomt de keuken vol met afwas van de aanhoudende lange eerste spits. Daarmee is m’n volgende taak een feit en ik voeg me snel bij de stilzwijgende afwasser aan de andere kant van de keuken. Ook het af en aan gaand bedienend personeel aldaar loopt zichtbaar op de tenen. Hier is geen sprake meer van leuke en gezellige werkdrukte, maar van hoogspanning en een vorm van werken die meer op overleven lijkt. Onder deze aanblik wordt opnieuw mijn irritatie jegens partnerlief aangewakkerd. Waarom is ie ook zo hardleers als het gaat om het maximale aantal reserveringen dat werkbaar is en de gezellige sfeer en optimale service behoudt? Waarom past ie de personele bezetting bij toenemende drukte niet of te beperkt aan? Ziet ie dan niet dat dit echt teveel is voor het bedrijf en de medewerkers?

Een bijna uit m’n hand glippende theekop doet me ontwaken uit deze maalstroom van gedachten. Ik concentreer me op de onvolkomenheden en leermomenten van een ander, maar ben ikzelf wel vrij van onvolkomenheden op dit moment? Oftewel, zit er in deze situatie wellicht een leermoment voor mezelf verscholen, waar ik beter m’n aandacht op kan richten? Lang hoef ik niet te zoeken. Ik doe de afwas, maar eigenlijk ook niet. De irritatie, als gevolg van de eerder genoemde berispende gedachten, vormt een sluier rond m’n afwashandelingen en zorgt dat ik er niet helemaal bij ben.

Door simpelweg de blik te verplaatsen van de ander naar mezelf verdwijnt de irritatie uit m’n lijf en verbleken de eerdere, verwijtende gedachten. Er is een klus die geklaard moet worden. De situatie mag dan niet optimaal zijn, maar dat mag niet als excuus dienen om mijn eigen verantwoordelijkheden te verzaken. Ik moet gewoon zo goed en aandachtig mogelijk m’n eigen ding van dit moment doen.

Dan komt plotseling de afwas kleurrijk in beeld en plaats ik liefdevol de vieze theekopjes, potten, bestek en rest van het servies in de daarvoor bestemde rekken.

Als het enkele uren later even wat rustiger wordt, besluit ik m’n penselen maar schoon te gaan maken. Van schilderen zal vandaag niet veel meer komen. Terwijl ik naar m’n atelier loop besef ik me dat de gebeurtenissen van vandaag m’n overtuiging weer eens bevestigen dat het bedrijf geen doel op zich is. Bezoekersaantallen, marktposities, omzetcijfers en dergelijke zijn stuk voor stuk allemaal bijzaak. De toko is gewoon een wezenlijk onderdeel van iets essentiëlers; mijn ’weg’. De diverse aspecten van het bedrijf roepen namelijk voortdurend reacties in me op. Door goed naar deze reacties van mezelf te kijken maak ik kennis met bekende, maar grotendeels ook onbekende en zelfs onbeminde kanten van mezelf, hetgeen me de gelegenheid geeft mezelf als mens wat beter en vollediger te leren kennen.

Soms ben ik echter te moe, vind ik het makkelijker om een ander te observeren (en bekritiseren) dan mezelf, geef ik de voorkeur aan illusie boven realiteit of laat ik me, zoals vandaag, zo meevoeren door emoties dat het simpelweg niet in me op komt om te kijken wat er nu werkelijk aan de hand is. Mijn blik blijft dan te troebel om te zien waar mijn verantwoordelijkheden ophouden en die van een ander beginnen en vice versa. Op zo’n moment is het fijn dat er gladde theekoppen zijn die bijna uit mijn handen vallen en me tot stilstand brengen. Ze roepen me als het ware tot de orde en geven me de gelegenheid mezelf weer bij de les te brengen, zodat ik kan zien dat de irritaties en verwijtende gedachten noch een waarheid op zich zijn, noch iets te maken hebben met ‘de ander’, maar uitspattingen zijn van m’n eigen geest die nog steeds doordrenkt blijkt van sluimerende gemoedstoestanden als ‘voorkeur’ en ‘verzet’......