Me, myself and I - V

Nigel heeft me dan wel laten zien dat handelen in strijd met m’n ware behoeftes aan de basis ligt van m’n gebrek aan eigenliefde en m’n hang naar erkenning, maar daarmee ben ik er nog niet. Hij heeft daarmee een verdeeldheid in mezelf in beeld gebracht waar ik nog even geen raad mee weet. Een verdeeldheid tussen degene die ik denk te zijn, of wil zijn en degene díe ik of wát ik daadwerkelijk ben. Maar hoe onderscheid ik die twee van elkaar? En hoe maak ik een eind aan die verdeeldheid?

Al snel blik ik terug naar m’n jeugd en onze maatschappij waar weinig aandacht was en is voor onze ware behoeftes en onze ware aard. In onze opvoeding en ons onderwijs ligt de nadruk, al van jongs af aan, niet zozeer op het ontdekken en respecteren van wie je bent als wel op het verwerven van een overdaad aan algemene kennis. Vervolgens wordt die algemene kennis ingezet om onszelf een beeld te laten vormen van wie we zouden willen zijn. En doordat we niet geleerd hebben goed naar onszelf te luisteren, onszelf al goed genoeg te vinden zoals we zijn, pakken we flink uit bij ons ideaalbeeld van onszelf en proberen dat de rest van ons leven zo goed en zo kwaad mogelijk na te leven en waar nodig bij te stellen. Het zijn keuzes die we maken met ons denken, keuzes die we maken met ons hoofd. Het is de stem van onze conditionering, maar wat en waar is die van onze ware behoeftes, ons werkelijke wezen, onze essentie? Het is moeilijk die te vinden en daar naar te luisteren omdat we het niet geleerd hebben.

Volgens Nigel is het antwoord een stuk eenvoudiger dan ik denk. Dan ik denk, inderdaad. Hij vraagt me het denken te laten voor wat het is en in m’n lijf te duiken, m’n lichamelijke gesteldheid te onderzoeken. M’n lijf voelend constateer ik dat alle rug- en schouderklachten waar ik voor naar de fysio ben gegaan inmiddels zijn gereduceerd tot één of enkele zeurderige wervels in de buurt van m’n hartstreek. Blijkbaar wil m’n hart me iets vertellen. En blijkbaar ben ik zo hardleers, vind ik het zo moeilijk om de leer van m’n hart tot me te nemen, dat ze het ondersteunt met wat fysiek ongemak om de aandacht naar haar toe te trekken, te onderstrepen dat het menens is en zo te voorkomen dat ze niet over het hoofd wordt gezien tot ik begrijp wat de bedoeling is en ik echt bereid ben iets in m’n gedrag te veranderen.

Terwijl ik zo met m’n aandacht bij m’n hartstreek zit besef ik me, terwijl flarden terugblikken aanwaaien, dat de fysieke klachten sterker worden naarmate ik meer van mezelf vraag en minder zijn als ik mezelf beter in acht neem, voor zover niet veel nieuws onder de zon. Interessanter wordt het als ik me realiseer dat er zelfs momenten zijn, waarbij juist dat deel zich als eerste volledig ontspant en m’n borstkas zich lijkt te verruimen. Dat zijn de momenten dat ik alle conditioneringen en verwachtingen laat varen, alle maatschappelijke normen en waarden laat voor wat ze zijn en, onverdeeld, samen ben met, tja hoe kan het ook anders, Nigel.......