Jump!?

Tijdens m’n ‘rondje Niekerk’ gaat m’n aandacht op deze rozegetinte en winderige nazomerse dag uit naar het bonte gezelschap in de uitgestrekte weilanden. Als eerste zijn er de koeien. De grote gevlekte kolossen liggen er met hun glanzende vachten vredig bij, een enkeling haar natte neusgaten reinigend met een perfect passende, sterke en flexibele tong. Er ontgaat deze nieuwsgierige melkvoorzieners niets en al herkauwend blijven ze me volgen tot ik uit het gezichtsveld ben verdwenen. Van de schapen in een weiland verderop komt er vandaag één vastberaden naar de omheining gerend. De speelsheid, de vorm van de kop en de structuur van de vacht verraden dat het hier gaat om een jonge telg van afgelopen lente, in omvang niet veel onderdoend voor de volwassen exemplaren. Ik begroet het enthousiaste lam met een krabbel over z’n zachte, ietwat vette, haardos. Vanuit m’n ooghoek sla ik de plukken wol aan het prikkeldraad van de omheining gade. Ze verraden de aantrekkingskracht op de kudde van het malse groene gras buiten de wei. Als laatste loop ik langs een aantal paarden, de hoofden fier in de wind, de lijven gespierd en vandaag wat onstuimig met elkaar dollend. Bijna altijd verbaas ik me over het gegeven dat ze daar zo op die groene vlakte blijven staan. Dat koeien en schapen binnen een omheining blijven is gezien hun lichaamsbouw niet zo verwonderlijk. Voor paarden moet het fysiek echter een koud kunstje zijn om de omheining van nog geen meter hoogte te trotseren en in galop de vrijheid tegemoet te gaan.

Het dollende schouwspel achter me latend loop ik langzaam verder. Het aanschouwen van de veestapels rond het dorp gaat naadloos over in wat reflectie. In hoeverre bevinden wij mensen ons binnen een, door derden of door onszelf aangebrachte, fysieke of mentale omheining? In hoeverre hebben wij de kracht om daar buiten te treden, de vrijheid tegemoet, en grijpen we, net als de paarden, die kans niet? Fragmenten uit ‘The Matrix’ en ‘The Truman Show’ passeren spontaan de revue. Films die respectievelijk het leven als computersimulatie en real-life soap neerzetten met personages die er volkomen van overtuigd zijn dat zij zich in de realiteit bevinden, maar zich in feite bewegen binnen de kaders van een illusie. Beide producties confronteren de kijker met de mogelijkheid, of zelfs de noodzaak, te ontsnappen uit die fictieve werkelijkheid.
Zowel ‘The Matrix’ als ‘The Truman Show’ werden beloond met lovende kritieken. Men prees onder andere de originele en verrassende invalshoeken van de scenarioschrijvers. Maar wat als het nu meer blijkt te zijn dan een verrassende invalshoek van een schrijver? Wat als het waar is? Wat als datgene dat we met elkaar accepteren als onze realiteit, niet meer of minder is dan een illusoir weiland met dito omheining?

Met het huis alweer in zicht zet ik m’n weg voort. Zou ik ooit de moed hebben plaats te nemen op de warme en gespierde rug van één van de net gepasseerde roestbruine rossen, samen met hem een flinke aanloop te nemen en vervolgens een sprong te wagen over de omheining van zijn weiland én mijn weiland, ruimte en tijd latend voor wat ze zijn, de vrijheid tegemoet?
Als ik even later de achterdeur van het slot doe en de poezen begroet, merk ik dat de invloed van een nieuwe inspirerende schrijver, Adyashanti, in m’n reflecties sluipt. Wat als paard, weiland, omheining, vrijheid en ikzelf illusies zijn, wie of wat springt er dan en wat valt er dan nog te springen.........?
Ik hang m’n jas en sjaal op, loop naar de keuken en werp een blik in de koelkast. Wat zullen we vanavond eens gaan eten?