Me, myself and I - I

De kans dat je op het Groninger platteland in een redelijk gedateerde praktijk een fysiotherapeut treft die net als jou de mening deelt, dat vele lichamelijke klachten hun oorsprong vinden in ziekmakende mentale patronen is vrij klein, maar ik heb haar getroffen. In een gemoedelijke en vertrouwde sfeer schuiven we elkaar al gauw vrijblijvend wat literatuur toe en wisselen onderling openhartig ideeën en ervaringen uit.

Op een gegeven moment besluiten we dat m’n schouders wel even een dubbele behandeling kunnen gebruiken. Eenmaal bezig, constateert ze voor de zoveelste keer dat de klachten daar wel erg lang aanhouden en vraagt ze me opnieuw of ik dat ergens op terug kan leiden, fysiek of mentaal. In eerste instantie kan ik het nergens op verhalen, geen extra overdreven fysieke inspanningen en geen duidelijke geestelijke zaken die me enorm bezig houden. Wel bemerk ik, onder deze intensieve, plaatselijke en repeterende behandeling, een lichte weerzin tegen de vraag zelf, een veranderende energie in m’n lichaam en geest en een afnemende behoefte tot socializen. Langzaam dringt tot me door dat we het stadium naderen waar we naar toe hebben gewerkt, datgene geraakt gaat worden wat activering nodig had. Onder de ritmische bewegingen van haar liefdevolle en vakkundige handen laat ik het maar gebeuren, ook al heb ik geen idee wat er geactiveerd gaat worden en wat voor vormen dat aan gaat nemen.

Eenmaal thuis zet het proces zich voort. Ik zet theewater op, verwen mezelf met een heerlijk potje Oolong Rose uit China en zoek m’n ‘hut’ op. De intensieve massage doet z’n werk, raakt me vooral emotioneel en ik begrijp dat dit het moment is dieper te kijken naar de onderliggende klachten van m’n terugkerende schouderpijnen.

Vanuit verschillende levensbeschouwelijke invalshoeken worden fysieke klachten rond de schouders teruggevoerd naar een mentaal overbelast zijn, het zogenaamde ‘teveel op je schouders hebben’. Ik kan de vraag aan mezelf en Nigel* dus vereenvoudigen door te vragen of ik me overbelast voel en zo ja waarmee. Enerzijds verbaast het me dat ik me weer eens over deze vraag buig, want het lijkt een terugkerend ritueel te worden na m’n burn-out van tien jaar geleden. En elke keer denk ik m’n leven inmiddels zo te hebben ingericht dat er van overbelasting toch echt geen sprake meer kan zijn. Maar m’n schouders geven iets anders aan. Deze middag lukt het me nog niet de vinger op de zere plek te leggen, maar ik weet dat de eerste stap is gezet, er is iets in de week gelegd......

Een crisis op het thuisfront zet het proces nog wat extra kracht bij en versterkt het idee dat ik nog steeds te veel hooi op m’n vork neem. Ik merk namelijk dat ik onvoldoende ruimte voel om flexibel te zijn in een leef- en woonomgeving waar de snaren steeds maar weer strakker worden aangespannen. Ik vind het moeilijk om de rust te vinden die nodig is om te kunnen blijven overzien wat er werkelijk gebeurt.

In het verleden ging ik dit soort ongemak te lijf met het bijstellen van m’n prioriteiten, het opnieuw indelen van m’n dag of week, compleet met fris en strak urenschema. En ook nu begin ik daar weer vol goede moed aan. Want ook al is mijn takenpakket in het toeristische bedrijf inmiddels al ontdaan van publieke taken en de daar mee gepaard gaande verwachtingen, kan ik nu m’n eigen tijd indelen en m’n activiteiten afstemmen op m’n geestelijke en fysieke mogelijkheden en voorkeuren, in combinatie met m’n schilder- en schijfactiviteiten voelt het gewoon nog steeds als veel en mentaal en fysiek als een te zware belasting.

En dus schrap ik opnieuw een aantal activiteiten, zaken die het minst van invloed zijn op onze ervaring van samenleven en ons levensonderhoud, maar me wel zeer aan het hart gaat, m’n beeldende en schrijvende vormen van zelfexpressie. Even voel ik lucht en lichtheid bij het uitgeklede takenpakket, voel ik dat ik meer ontspannen in onder andere de relatie met partnerlief sta. Na een tijdje gaat het echter toch weer knagen en bij de gedachte dat ik, al dan niet tijdelijk, niet meer kan schilderen en schrijven voel ik een sterk verzet in m’n lijf, krimpt m’n hart bijna ineen en maakt zich een groot verdriet van me meester.

Ik geef er niet direct aan toe, onderga het rouwproces, geef me volledig aan de overige taken en vind zelfs voldoening in het geven van een goede beurt aan de bovenverdieping van ons huis. Maar al snel wordt duidelijk dat ik het dit keer niet ga redden met alleen het kijken naar en snijden in de ‘veelheid van activiteiten’, de schouderklachten houden namelijk aan en ook de rusteloosheid keert terug en duurt voort.......

* Zie ook Big Mind